Ik hoef er maar een kwartier voor te fietsen. Dan ben ik in die andere wereld. Vlak bij huis maar heel ver weg van alles. Oorlog in Libië? Wanneer ik door de rode deur mijn tuin binnenloop, zijn er geen landen. Het Stadspark is mijn wereld. Oorlog? Die wordt hier hooguit gevoerd met de snavels, wanneer de gaaien weer eens het merelnest in de blauwe regen belegeren. Onrustige beurskoersen op het Damrak? Zaken die hier fluctueren zijn de appel- en aardbijenoogst. En daar doe ik niks aan. Bestrijden van de Eurocrisis? Het enige wat hier bestreden moet worden, is het leger naaktslakken dat de moestuin plundert. Dalende huizenprijzen? Wat hier af en toe daalt is de waterspiegel van mijn vijvertje. Dan hang ik er een kwartier de tuinslang in. Oprakende olievoorraden? Als hier de brandstoffen als rosé of het bier op zijn, slenter ik naar het campingwinkeltje. Hoge werkeloosheid? Mijn gras is wel eens hoog. Dan pak ik de maaier uit de schuur.
Bij mijn tuinhuis zijn nauwelijks problemen. En als ze er al zijn, zijn ze te verwaarlozen. Makkelijk op te lossen of goed mee te leven. Internet en televisie heb ik hier niet; zij kunnen mijn stemming niet verpesten. Mijn tuinhuis is een heerlijke vluchtplek. Weg van de ellende en het slechte nieuws. ‘Zo’n tuinhuis is een lifesaver’, zei mijn nicht ooit. Haar tuinhuis speelde een enorm belangrijke rol in haar succesvolle strijd tegen borstkanker. In haar tuin verdwenen zorgen in de zwarte tuingrond en tankte ze energie.
Het leven op de tuin is simpel en overzichtelijk. De tijd gaat hier langzaam. Of waarschijnlijk schrijdt hij hier voort zoals het hoort. En gaat de tijd buiten het park veel te snel door alle prikkels. En het negatieve effect daarvan op ons.
Na 10 dagen vakantie in Denemarken en een dag in het tuinhuis neem ik het me weer voor: ik moet thuis in de stad meer gaan leven zoals ik hier doe. Minder tv kijken, meer mooie boeken lezen. Mezelf minder voeren en vullen met ellende maar meer met schoonheid en goed nieuws. Het moet toch een keer lukken. Ik ga het weer proberen. Maar voor ik naar huis ga, eerst even een probleempje oplossen. Tijdens mijn vakantie is er heel wat onkruid opgekomen in de kruidentuin. Dat wordt zeker een kwartier wieden. En dan zal ik er de keien en vuurstenen in leggen die we van het Deense strand hebben meegenomen. En daarna zie ik wel. Verder vooruit kijken dan pakweg een halfuurtje is helemaal niet nodig. Hier niet, maar straks thuis ook niet. Met hernieuwde energie ga ik daar weer aan werken!
Deze column verscheen in augustus 2011 in Het Groene Blaadje, verenigingsorgaan van TRV Stadspark.
Minke
Klinkt goed, zo’n tuinhuis 🙂 Succes met wieden!