Het jaar 2011 wordt het ‘jaar van de moestuin’. Vorig jaar maakten we een weifelend begin; dit jaar moet de groentetuin bij ons tuinhuis tot volle wasdom komen. En een productie opleveren waar we trots op kunnen zijn.
Er gaat niets boven groente uit eigen tuin natuurlijk. Dat smaakt om meerdere redenen beter. Ten eerste omdat we er zelf hard voor gewerkt hebben. Al kauwend op een wortel uit eigen tuin flitsten er beelden door mijn hoofd. Bijvoorbeeld dat ik die zware grond stond om te spitten. Of dat ik de klus der klussen van een volkstuinder aan het klaren was: de composthoop omscheppen. Zonder hernia achteraf. Ten tweede smaakt de groente uit het Stadspark beter dan die van de supermarkt in de stad vanwege de kwaliteit. Wortels uit eigen tuin zijn diep- in plaats van fletsoranje. Sla is donkergroen in plaats van doorzichtig pastelgroen. Aardbeien zijn hardrood in plaats van half roze, half groen zoals de ingevlogen winkelaardbeien. En hoe voller de kleur, hoe intenser de smaak. Daar zijn we al wel achter.
De oogst van vorig jaar bleef steken op een tiental kronkelige worteltjes die bovendien wat aan de kleine kant waren. Het was te weinig voor een maaltijd voor ons vieren. We aten ze in combinatie met een pak diepvrieswortelen en proefden bij elk exemplaar het verschil. Onze slakroppen kwamen niet verder dan poppenhuisformaat, voordat ze opgegeten werden door de slakken. Ook de peterselie en bieslook verdwenen in de monden van diezelfde glibberige beestjes, die na hun maaltijd een stevig en gezond slijmspoor achterlieten op de zwarte aarde. De eerste stap dit voorjaar is dan ook het vinden van slakkengif. Maar dan wel ecologisch verantwoord spul natuurlijk.
Ter voorbereiding op ons moestuinseizoen heeft Sinterklaas de Moestuinagenda door de schoorsteen gemikt. Een lijvig boekwerk vol tips. Zo staat er bij zondag 6 maart ‘Peterselie eerste zaai volle grond: voorkiemen is aangeraden.’ En bij vrijdag 8 april: ‘Vroege aardappelen: bij nachtvorstgevaar aanaarden of grote bloempotten over de planten zetten’. Dus, aanaarden. Dat zoeken we dan weer even uit op internet. Moestuinieren is niet niks; het is een vak op zich. Binnenkort zal ik het lapje grond van twee bij een meter op onze kavel opnieuw omspitten, want het staat inmiddels vol onkruid. Het hekwerkje van bamboestokken met visdraad – die onze oogst moet beschermen tegen hongerige reeën, konijnen, hazen en vogels – zal blijven staan. En dan gaan we los met de Moestuinagenda als leidraad. Hopelijk komen we trots en blakend van gezondheid van onze eigen, smaakvolle groente uit dit tuinseizoen. Ik houd u op de hoogte!
Deze column verscheen in maart 2011 in het verenigingsblad en op de website van TRV Stadspark.
Geef een reactie