Een bejaarde vrouw in een grijze regenjas slalomt over het trottoir. Behoedzaam stuurt ze haar rollator langs de fietsen die her en der op de stoep staan en liggen. Aan de zes knalrood geverfde exemplaren voor de deur van nummer 6A is te zien dat Sanne haar jaarclub op bezoek heeft.
Vier huizen verderop twijfelt een jonge moeder. Zal ze nu al aanbellen en klagen over de harde muziek die uit het openstaande raam van de buren dendert? Haar jongste is toch echt toe aan zijn middagslaapje. Toen ze gistermiddag voor de deur van het studentenhuis stond, werd ze uiterst beleefd te woord gestaan door een knappe jongeman in een badjas. De muziek stond binnen een minuut zacht.
Twee jongens steken de straat over met een kratje bier tussen hen in. Daar bovenop liggen twee zakken chips. Paprika en Bolognese. De kleinste van de twee loopt op slippers. Vanavond hebben ze huisoverleg. ‘Vuilniszakkenbeleid in verband met rattenoverlast’ is een vast puntje op de agenda.
Op het pleintje aan het eind van de straat zitten vier meisjes in de namiddagzon. Hun colleges hebben ze vandaag overgeslagen. Gekleed in joggingbroeken hangen ze in een oude bank die tegen de gevel staat. Ze evalueren de afgelopen nacht. Een kop thee staat op een vermolmde vensterbank. Een van de meisjes maakt een afspraak met de buurvrouw dat ze vrijdagavond wel op haar twee zoontjes kan passen. Toch weer mooi 25 euro.
Bij de buurtsuper is Roos in tranen wanneer ze de eigenaar met hese stem vertelt dat Bart-Jan het gisteravond heeft uitgemaakt. Zomaar, vanuit het niets, op de Kroeg.
‘Komt wel weer goed,’ zegt de superman met zijn stevige arm om haar schouder. Met twee flessen rosé – waarvan ze er maar eentje hoefde af te rekenen – vertrekt ze. Het verdriet gaat ze wegspoelen met haar huisgenootjes.
Op dertig meter van het winkeltje wordt Mathijs wakker met barstende koppijn. Zijn lijf doet overal zeer. Waar was hij vannacht allemaal geweest? Hoe en met wie was hij thuisgekomen? Hoe komt hij aan die blauwe plek op zijn ellenboog? Op de straat onder hem inspecteert een man zijn auto. Een deuk in de motorkap. En die van de overbuurman heeft er eentje in het dak.
Ontbijtend met een biertje bedenkt de student even later dat hij straks nog een afspraak heeft. Hij zou die man van hiernaast helpen met het installeren van zijn computer. Hij laat zijn bonkende hoofd in zijn handen zakken en staart naar buiten. Een bejaarde vrouw schuifelt achter haar rollator voor het raam langs. Haar grijze regenjas vangt de eerste druppels regen van de dag op.
Deze column verscheen in de wijkkrant van de Groninger Schildersbuurt, in april 2013
Jean-François Auger
Mooie verhaal hoor!