Het voorjaar is begonnen. Het jaargetijde van de loskomende energie. Het stroomt door de planten en struiken in de tuin, met uitbarstende knoppen en blaadjes als gevolg. Het heeft bezit genomen van de vogels, die beweeglijker en luidruchtiger zijn dan een maand geleden. En het jaagt door mijn lijf. Ik heb driekwart van het te zagen haardhout al weggewerkt. Eigenhandig een deur gemaakt van sloophout voor de bijkeuken. En de vijver al grondig schoongemaakt. De drie goudvissen en twee sterk vermagerde kikkertjes zijn verlost van een dikke laag stinkende modder op de bodem van hun verblijf. Bovendien hebben ze geen last meer van zo’n tien bloedzuigers die het kleine vijvertje hadden uitgekozen voor hun wat macabere werk.
Was het maar altijd lente. Het seizoen van de hoop; alles ligt nog voor je. Er is zoveel om naar uit te kijken. Het is te vergelijken met je jeugd. Kinderen moet je eigenlijk niet te vaak vragen wat ze later willen worden. Laat ze hun voorjaar volop beleven. Dat geldt nu ook voor mij. Hoewel ik van alles wil doen, besef ik dat ik bewust moet genieten van dit jaargetijde. Dat het niet voorbijvliegt. Voor je het weet zijn de vogels verdwenen in een dicht, groen bladerdek en zijn de eerste bloemen alweer uitgebloeid. Dus zit ik af en toe met een kopje thee op mijn tuinbankje de eerste stralen voorjaarszon op te vangen. Geniet ik van alle tinten lichtgroen om me heen. Richt ik mijn verrekijker op een boomklever of tjiftjaf. Laatst heb ik zelfs de knoppen in de blauwe regen geteld. Bij 50 ben ik gestopt..
Er is altijd van alles te doen in het huis en de tuin. De ‘to-do-list’ vol hoognodige klussen en vage plannen ligt ergens op de eettafel. Maar niks moet hier gelukkig. Daardoor kan ik mijn activiteiten volledig afstemmen op mijn gevoel. Dat zegt soms ‘doe eens niets’ en dan weer ‘aan de slag’. Kortom, in mijn tuinhuis ben ik meestal in balans. Daarom is het zo’n uiterst waardevol bezit.
Deze column verscheen in april 2010 in het verenigingsblad en op de site van TRV Stadspark.
Geef een reactie