kogelgatVandaag is het 6 mei. De periode waarin oubollige oorlogsfilms de tv-programmering bepalen, is voorbij. Gisteren stond ik nog met mijn jongste zoon de vrijheid te vieren in het Stadspark. Met bier, cola en rock-’n-roll. De dag ervoor waren we met het hele gezin twee minuten stil, de kinderen inmiddels zonder de slappe lach te krijgen. Bij dodenherdenking denk ik altijd weer terug aan mijn jeugd. Dan zat ik op de bank met twee mensen die de oorlog overleefd hadden. Dat voelde toch anders. Emoties hingen voelbaar in de woonkamer. Op die avond hadden mijn ouders het ineens niet meer over Duitsers maar over rotmoffen. Tussen hun 7e en 12e jaar leefden ze onder Duits bewind. De slogan die tegenwoordig voor 5 mei geldt – vrijheid geef je door – werkt ook de andere kant op: oorlog geef je door. Mijn generatie, kinderen van oorlogskinderen, heeft nog altijd een stevige Duitserhaat. Hij is gebaseerd op de trauma’s van onze ouders en zal ook deze zomer tijdens het WK Voetbal weer massaal opspelen. Wat je al niet aan elkaar doorgeeft als je niet uitkijkt.

Het viel me op dat er de afgelopen dagen flink wat vlaggen wapperden in de Schildersbuurt. Ook het exemplaar aan de watertoren herinnerde de buurtbewoners aan de zwaarbevochten vrijheid. De Tweede Wereldoorlog is niet onopgemerkt voorbij gegaan aan onze wijk. In de gevel van mijn huis aan de Wassenberghstraat zitten twee zichtbare sporen. Stervormige gaten in de rode baksteen, met in het midden de ronde kogelinslag. Verderop in de straat zijn zelfs nog kogelgaten in de blankhouten voordeuren te vinden. Wanneer je goed kijkt, zie je kleine vierkante stukjes hout die in 1945 vakkundig zijn ingebracht. Zo’n doorzeefde deur stond natuurlijk wat slordig. Het zorgde bovendien voor een lelijke valse trek in huis. De meeste kogels die hier door de straat floten, kwamen uit geweren van Duitsers die vuurden vanuit de watertoren en het Noorderplantsoen. En uit de geweren van Canadezen, die terugschoten. Gelukkig maar, anders hadden mijn zoon en ik gistermiddag in het park wellicht niet staan kijken naar dat geweldige, talentvolle bandje uit Groningen: The Blind Roofers. Houd ze in de gaten.

Binnenkort is er niet alleen op 4 en 5 mei aandacht voor de oorlog in onze wijk. Het hele jaar door zijn dan de Stolpersteine van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig te zien. In het Nederlands: struikelstenen. Betonnen klinkers met een messing plaatje erop van 10 bij 10 centimeter. Ze komen te liggen voor de huizen waaruit ooit Joodse gezinnen werden gehaald. In het najaar van 1942 zijn 191 Joodse wijkgenoten opgepakt en vermoord in Duitse vernietigingskampen. Op zo’n struikelsteen staat de naam, geboortedatum, deportatie- en sterfdatum van de voormalige bewoner. Een eerbetoon waarvoor je even stil moet staan. En het hoofd moet buigen. Weer zo’n mooi initiatief van een groepje betrokken buurtbewoners. De eerste Stolpersteine van onze wijk – in meer dan 600 Europese steden liggen inmiddels ruim 40.000 exemplaren – komen in ‘mijn’ straat te liggen. Ze worden geloof ik eigenhandig geplaatst door Gunter Demnig zelf. De bedenker van een prachtig idee en een dito achterliggende gedachte: ‘een mens is pas vergeten, wanneer ook zijn naam is vergeten’. Je kunt maar beter namen doorgeven dan trauma’s.

Deze column verscheen eerder in de wijkkrant van de Groninger Schildersbuurt, in juni 2014.